Steden veranderen. En energie moet gelijke tred houden.

Portugese steden zullen de komende tien jaar meer veranderen dan in de twee voorgaande decennia. Deze transformatie is niet alleen onvermijdelijk, maar ook al zichtbaar. En er is een centraal element dat alle onderdelen van dit proces met elkaar verbindt: energie. Als we het willen hebben over mobiliteit, huisvesting, duurzaamheid of digitalisering, moeten we het eerst over energie hebben. Een schoon, digitaal en slim energiesysteem kan zorgen voor meer betaalbare woningen, efficiënte mobiliteit en een concurrerender industrie. Wat op het spel staat, is geen verre toekomst. Het gaat nu al om de kwaliteit van leven, sociale cohesie en economische aantrekkelijkheid.
Energie speelt een structurerende rol als fundamentele pijler en innovatieplatform. Wanneer het goed geïntegreerd is, vormt het een onzichtbaar netwerk dat gebouwen, mobiliteit en netwerken met elkaar verbindt en ervoor zorgt dat de juiste kWh op het juiste moment op de juiste plaats aankomt. Schone elektrificatie, gecombineerd met energieflexibiliteit, kan de import verminderen, tarieven stabiliseren en verbruikspieken afvlakken. Maar dit vereist planning, duidelijke regelgeving en een visie op een stad waar stedenbouw en energie dezelfde taal spreken.
Portugal bewijst al dat het mogelijk is: in 2024 dekten hernieuwbare bronnen 71% van het nationale elektriciteitsverbruik, het hoogste niveau ooit, waardoor de CO₂-uitstoot daalde van 3,7 Mt naar 1,9 Mt. We zien ook vooruitgang op het gebied van zelfconsumptie, elektrische mobiliteit en de digitalisering van het elektriciteitsnet. Er blijven echter knelpunten bestaan: trage vergunningverleningsprocedures, beperkte capaciteit in dichtbevolkte gebieden en een gebrek aan samenhang tussen stedelijke en energieplanning.
Het integreren van schone energie in steden is niet alleen een kwestie van technologie. Verzadigde netwerken vereisen versterkingen en actief beheer van de belasting. In historische centra speelt ook het dilemma van behoud en esthetiek van de infrastructuur. De initiële kosten jagen gezinnen, appartementencomplexen en het midden- en kleinbedrijf weg, terwijl er nog steeds een tekort is aan geschoolde arbeidskrachten voor installatie en onderhoud. Bovendien beperkt het gebrek aan actuele verbruiks- en productiegegevens de effectiviteit van het beheer.
Maar het gaat niet alleen om het overwinnen van technische barrières. De transitie moet eerlijk en inclusief zijn. Rehabilitatieprogramma's in sociale woningbouw, dynamische prijsstelling die kwetsbare gezinnen beschermt en toegankelijk, groen openbaar vervoer zijn essentieel. Duurzame steden zonder sociale rechtvaardigheid creëren uiteindelijk nieuwe ongelijkheden.
Kijken we naar het buitenland, dan bieden sommige Europese steden interessante inzichten: warmte- en koelnetwerken in Kopenhagen of Stockholm, de "superblokken" van Barcelona die het verkeer verminderen, of de energiegemeenschapsmodellen in Amsterdam. In Portugal, ondanks inspirerende projecten zoals InovGrid in Évora – dat netten automatiseerde en het verbruik verminderde –; in Lissabon – met het "Smart Lisbon"-project dat een geïntegreerd platform voor stedelijk beheer consolideert dat energie-, milieu- en mobiliteitsgegevens verzamelt; of in Porto – waar de gemeente investeerde in fotovoltaïsche energie in gemeentelijke gebouwen met een duidelijke replicatiestrategie en de uitstoot van broeikasgassen tussen 2004 en 2020 met 52,2% verminderde – moeten we deze ervaringen opschalen, snel repliceren en de stabiliteit van de overheid waarborgen.
Mobiliteit is misschien wel de meest directe weerspiegeling van deze transitie. Elektrische voertuigen vertegenwoordigen al bijna 20% van de verkoop van personenauto's en kunnen via slim laden en bidirectionele (V2G/V2B) mogelijkheden als energiebron functioneren. Micromobiliteit vereist adequate infrastructuur en tariefintegratie. Multimodale hubs, uitgerust met zonnepanelen, opslag en dynamisch lastbeheer, kunnen echte energiebronnen worden.
Als we niet integreren, zullen de kosten hoog zijn. Steden met dure en onstabiele energie, overbelaste netwerken en onbetrouwbare diensten zullen hun concurrentievermogen en levenskwaliteit verliezen. De vervuiling zal toenemen, waardoor er hitte-eilanden ontstaan, en de transitie zal alleen ten goede komen aan degenen die het zich kunnen veroorloven, waardoor de ongelijkheid toeneemt.
Aan de andere kant, als we deze verschuiving effectief benutten, kunnen steden hun veerkracht versterken en toegankelijkere, inclusievere en duurzamere plekken worden. De decentralisatie van productie door middel van energie- en zelfconsumptiegemeenschappen laat al zien hoe burgers ook producenten kunnen worden, kosten kunnen verlagen, hun onafhankelijkheid kunnen vergroten en de cohesie binnen de gemeenschap kunnen vergroten.
We zijn op een punt beland waarop het niet langer voldoende is om simpelweg doelstellingen aan te kondigen. We moeten de implementatie versnellen, processen vereenvoudigen en ervoor zorgen dat bij elke stedenbouwkundige beslissing rekening wordt gehouden met de energiedimensie. Want uiteindelijk zijn steden en energie twee kanten van dezelfde medaille. Steden veranderen. De vraag is of energie gelijke tred kan houden.
observador