Tijdens zijn laatste vakantie liet Karl Marx zijn baard afscheren, maar daarvoor maakte hij een portret


Science Source / Mauritius Images
Een baard maakt een filosoof. Niet helemaal natuurlijk, maar toch een beetje. Socrates, Plato, Aristoteles – in de oudheid was gezichtshaar een statement. Het stond voor waardigheid, levenservaring, wijsheid. Dichters, denkers en literaire figuren droegen een baard. Alexander de Grote was gladgeschoren. En daarmee liet hij zien: ik ben jong en vastberaden. Toen de Romeinse keizers in de 2e eeuw n.Chr. plotseling een baard lieten groeien, volgden ze bewust de traditie van Griekse denkers. Voorzichtigheid in plaats van energie. De baard moest hun onderdanen het signaal geven: je kunt me vertrouwen.
NZZ.ch vereist JavaScript voor belangrijke functies. Uw browser of advertentieblokkering blokkeert dit momenteel.
Pas de instellingen aan.
In de 19e eeuw kreeg de baard een politieke betekenis. Na Napoleons triomftocht door Europa koesterden veel landen een afkeer voor de Franse cultuur, die zich verspreidde onder de hogere klassen en waarvan de verfijnde levensstijl scheren inhield. Baarden werden beschouwd als oeroud, uitdagend en nuchter. Ze werden een teken dat mensen niets te maken wilden hebben met 'Franse' aanstellerij.
Dat brengt ons bij Karl Marx. Zelfs als student in Bonn in de jaren 1830 liet hij een baard staan. In combinatie met zijn overwoekerde haar zorgde dit voor een opvallend imago. Het was zeker bedoeld als een uiting van rebellie. Conservatieven noemden het spottend "democratische baarden". Iedereen die tijdens de revolutionaire onrust bij een demonstratie werd gearresteerd en een baard droeg, werd vaak gedwongen geschoren. In veel Duitse deelstaten was het ambtenaren verboden een baard te dragen.
Moe, eenzaam, ziekVoor Marx werd de baard een handelsmerk, waarvan hij zich zeer bewust was. Dit maakt de korte episode die Uwe Wittstock in zijn boek "Karl Marx in Algiers" gebruikt om het leven en de laatste vakantie van de filosoof en revolutionair te beschrijven des te opmerkelijker. In februari 1882 reisde Marx naar Algiers voor een ontspannende vakantie. Hij was drieënzestig, moe en eenzaam.
Een paar maanden eerder was zijn vrouw Jenny overleden. Marx voelde zich ziek. Hij werd geplaagd door een aanhoudende hoest, waarbij hij soms bloed ophoestte. Pleuritis, zo stelde de dokter vast, en chronische bronchitis. Marx hoopte dat het klimaat in Algiers hem goed zou doen. Tevergeefs. In Algiers ontmoette hij Albert Fermé, een strijder in de Parijse Commune en een vriend van zijn twee schoonzonen. Hij liet zich onderzoeken door de beste dokter van de stad, maakte wandelingen, korte uitstapjes en dronk koffie met de gasten van het pension. Wat toeristen doen.
Een paar dagen voor zijn vertrek deed hij echter iets onverwachts. Misschien had hij er spontaan voor gekozen: hij liet een fotograaf in de binnenstad een portret van zichzelf maken. Toen het portret klaar was, ging hij naar de kapper om zijn haar te laten knippen – en, belangrijker nog, zijn baard te laten scheren. Daarna reisde hij terug naar Londen. Hij is nooit meer hersteld. Karl Marx stierf in maart 1883. In de laatste weken van zijn leven dronk hij alleen melk gemengd met rum of brandewijn.
Uwe Wittstock beschrijft Marx' luie vakantieweken in Algiers en schetst tegen de achtergrond daarvan het leven van de sociaal theoreticus en revolutionair. Een rusteloos, chaotisch leven. Door de revolutionaire onrust moesten Marx en zijn gezin meerdere keren binnen 24 uur zijn huis verlaten: eerst naar Keulen, vervolgens naar Parijs en uiteindelijk naar Brussel. Vanaf 1849 woonde hij in Londen, in voortdurende financiële nood. Niet zozeer omdat hij te weinig inkomen had, maar omdat hij zijn uitgaven niet onder controle kon houden. De kapitaaltheoreticus had geen enkele affiniteit met geld. Zijn vrouw, die uit een adellijke familie kwam, evenmin.
Theoretici met geldzorgenOndanks erfenissen en in ieder geval een tijdelijk goed inkomen als journalist en uitgever, was Marx altijd straatarm. Soms leefde hij op de rand van armoede. Hij schreef voortdurend bedelbrieven en maakte schulden die hij zelden afbetaalde. Hij moest herhaaldelijk sieraden, meubels en uiteindelijk zelfs zijn beddengoed verpanden om zichzelf en zijn kinderen te onderhouden. Jarenlang leefde hij op kosten van zijn vriend Friedrich Engels, die een goed inkomen verdiende als manager van een textielfabriek in Manchester en Marx royaal steunde.
Zijn belangrijkste werk, "Kapitaal", waaraan hij zo'n twintig jaar had gewerkt, bleef onvoltooid. Het eerste deel werd tijdens zijn leven gepubliceerd. Engels publiceerde de ongepubliceerde delen na Marx' dood. In de bagage die Marx naar Algiers had meegenomen, zaten proefvellen van het boek. Hij raakte ze nooit aan. Hij bleef tien weken in Algiers. Toen de dokter bevestigde dat hij reisklaar was, zeilde hij terug naar Europa. Zonder baard.
In het naschrift bij een brief die hij in april 1882 vanuit Algiers verstuurde, merkte Marx op dat hij "de baard en de pruik van de profeet had afgestaan". Zijn haar had plaats moeten maken "voor de zon". Dat klinkt niet helemaal overtuigend. In dezelfde brief klaagt hij over de aanhoudende siroccostormen. Marx' karakteristieke hoofd was al een icoon geworden. Wilde de oude revolutionair zich bevrijden van het beeld dat de wereld van hem had? We zullen het nooit weten. Jaren eerder had hij de schrijver Gottfried Kinkel bespot. Na zijn ontsnapping uit de gevangenis was deze pas weer in het openbaar verschenen toen zijn baard was aangegroeid: "De baard", schreef Marx, "zonder welke geen profeet iets is."
Uwe Wittstock: Karl Marx in Algiers. Het leven en de laatste reis van een revolutionair. C.-H.-Beck-Verlag, München 2025. 249 pp., Fr. 37.90.
nzz.ch