Een geïntegreerd welzijnssysteem vereist moedige keuzes en het overwinnen van het publiek-private dualisme

Het thema van complementaire en geïntegreerde welzijnszorg – dat wil zeggen gezondheidszorg, sociale zekerheid, bijstand, bedrijfswelzijn, langdurige zorg, zelfredzaamheid – is een strategisch thema, vooral in een historische fase die gekenmerkt wordt door wereldwijde veranderingen. We worden geconfronteerd met plotselinge, complexe en ongekende veranderingen die ongewone reflecties vereisen, maar wel een visie: een vrij trage economische groei, de demografische kwestie en, als gevolg daarvan, de effectiviteit en duurzaamheid van welzijnsstelsels.
Op dit front moeten we keuzes maken na het overwinnen van het conflict tussen publieke en private welzijnssystemen en de redenen vinden voor een alliantie met duidelijk afgebakende grenzen, te beginnen met de bescherming van de publieke welvaart, die voor ons de fundamentele hoeksteen van het hele systeem blijft. Ook omdat de dood van de publieke welvaart de onmogelijkheid zou betekenen om door te gaan met private welvaart, of het nu gaat om gezins- of contractuele voorzieningen.
In een tijd van verbindingen en synergieën moeten we onze ideeën en voorstellen ook afstemmen op de complexiteit. Redeneren over complementaire zorg betekent dus redeneren over complementaire sociale zekerheid, maar ook over de hulp en middelen die in deze richting kunnen worden ingezet, zowel in de publieke als in de private sector: dat wil zeggen, het implementeren van een geïntegreerd systeem.
Het voorbeeld van Zweden, dat van een model van efficiënte en vooruitstrevende verzorgingsstaat is veranderd in een koninkrijk van wilde privatisering, moet absoluut worden vermeden.
Om deze hypothese te ontkrachten, is ongetwijfeld wetgeving nodig om het complementaire zorgstelsel te reguleren met een kadermaatregel die voortkomt uit een gesprek met de actoren binnen het stelsel en die de fundamentele kwesties raakt, te beginnen met de financiële duurzaamheid. Net zoals begin jaren negentig het complementaire pensioenstelsel werd gereguleerd, wat aan het einde van het decennium leidde tot grote contractuele fondsen, hoewel de werkingsregels van beide stelsels sterk verschillen.
ilsole24ore