De claim en realiteit van e-mobiliteit: klanten zijn er niet erg enthousiast over

De auto-industrie levert voldoende elektrische auto's, maar klanten aarzelen. Om het verbod op verbrandingsmotoren te vermijden, moeten politici meer doen.
Europa heeft ambitieuze doelen. Uiterlijk in 2035 mogen er geen nieuwe verbrandingsmotoren meer op de weg komen. Zonder dit strikte kader zou de verleiding voor de industrie te groot zijn om de status quo te verlengen. Maar terwijl politici druk uitoefenen met ambitieuze doelstellingen, ontstaat er in de praktijk een gevaarlijk onevenwicht : ambitie en realiteit lopen uiteen. Klanten aarzelen om deze weg te volgen.
De auto-industrie kan om veel dingen bekritiseerd worden, maar soms is lof ook op zijn plaats. Binnen tien jaar heeft de industrie een breed scala aan elektrische auto's gecreëerd die nu zo goed zijn dat ze de prestaties van verbrandingsmotoren overtreffen. Vaak zijn het niet de merken die worstelen met de transformatie, maar hun klanten. Er zijn echter verbazingwekkende verschillen.
Lees ook
Porsche kampt met een identiteitscrisis. Het grote elektrische offensief is stopgezet en in plaats daarvan richt het zich meer op hybrides, verlengt het de levensduur van modellen met verbrandingsmotor en berekent het miljarden aan kosten voor het bedrijf en het merk. De redenen: de zwakke vraag naar luxe elektrische auto's in China, hogere Amerikaanse invoerrechten en stijgende kosten. Dit toont aan dat zelfs premiumfabrikanten in de nieuwe realiteit te ver kunnen gaan als hun normen en de markt niet overeenkomen.
Tegelijkertijd bewijst BMW dat er een andere weg is. Ondanks de uitdagende omgeving rapporteerde het bedrijf een groei van 32 procent in volledig elektrische auto's in het eerste kwartaal van 2025 – en zelfs een groei van meer dan 60 procent in Europa. Modellen zoals de i4 en de iX1 vallen duidelijk in de smaak bij klanten. Dit toont aan dat wanneer het productaanbod, de prijs en het merk goed zijn, de markt groeit. Terwijl Porsche terugkrabbelt, geeft BMW een signaal af: e-mobiliteit is geen nicheproject, maar vormt al lang de kern van de onderneming.
Maar zelfs met positieve voorbeelden zoals BMW blijft de realiteit tegenstrijdig. Veel mensen aarzelen om te kopen. Elektrische auto's zijn duurder, elektriciteitsprijzen fluctueren en de laadinfrastructuur is vaak gebrekkig. Iedereen die op het platteland reist, kent het probleem: te weinig snelladers, te veel stroomuitval, te veel onzekerheid. Europa dreigt uiteen te vallen tussen ambitieuze klimaatdoelen en praktische tekortkomingen.
Dit is een riskante evenwichtsoefening voor de industrie. Miljarden dollars geïnvesteerd in batterijfabrieken en -platforms hebben kopers nodig. Maar wanneer consumenten aarzelen, mislukken complete strategieën. Porsche is niet het eerste, en zal ook niet het laatste, bedrijf dat door de harde realiteit gedwongen wordt zijn aanpak te herzien.
Hier schuilt het grootste gevaar: als mensen de transformatie niet omarmen omdat die te duur of te lastig lijkt, verliezen we niet alleen momentum, maar ook vertrouwen. Populisten exploiteren nu al de kloof tussen politieke ambitie en de praktijk. Ze beweren dat klimaatbescherming een eliteproject is en e-mobiliteit een verplicht programma. Als politici en de industrie deze indruk niet corrigeren, brengen ze de maatschappelijke acceptatie van de hele transitie in gevaar.
Het verbod op verbrandingsmotoren in 2035 is de juiste aanpak. Maar het zal alleen werken als ambitie en realiteit beter op elkaar aansluiten. We hebben betrouwbare financieringsprogramma's, snellere uitbreiding van laadinfrastructuur, betaalbaardere modellen en eerlijke communicatie nodig. Wie alleen maar grote beloftes blijft doen, verspeelt zijn geloofwaardigheid. Europa mag niet kiezen tussen ambitie en realiteit. Het moet beide combineren. Want wie zijn ambities verlaagt, zal verliezen van China. En wie de realiteit negeert, zal mensen verliezen.
Lees ook
businessinsider