In de strijd tegen corruptie is wetgeving niet voldoende

Nu de wijziging van het decreetwetsvoorstel waarmee het nationale anti-corruptiemechanisme (MENAC) is opgericht en het algemene stelsel voor corruptiebestrijding is vastgelegd, onlangs van kracht is geworden, staan we sterker in de strijd tegen dit probleem dat instellingen ondermijnt, de economie schaadt en een gevoel van onrechtvaardigheid bevordert.
Portugal is dit jaar negen plaatsen gedaald op de Transparency International Corruption Perceptions Index. In de media is er steeds meer nieuws over onderzoeken naar corruptiemisdrijven, waardoor dit een centraal thema is geworden dat (nog meer) politici en het maatschappelijk middenveld zou moeten mobiliseren.
De nieuwe decreetwet introduceert een reeks wijzigingen in de organisatiestructuur, de transparantie van de werking en de uitbreiding van de handelingsbekwaamheid. Zo zal MENAC niet langer door één voorzitter worden geleid, maar zal het voortaan een collegiale raad van bestuur hebben, bestaande uit een voorzitter en twee leden. Deze leden worden benoemd door de Raad van Ministers, op voordracht van de voorzitter van de Rekenkamer en de procureur-generaal. Hun ambtstermijn bedraagt vier jaar en kan met dezelfde periode worden verlengd. De leden van de raad van bestuur zullen worden onderworpen aan een exclusief regime, wat zorgt voor meer autonomie in de besluitvorming. Daarnaast worden er gespecialiseerde afdelingen opgericht (Planning, Preventie en Informatie; Inspectie en Overtredingen) en wordt er één auditor ingevoerd voor meer flexibiliteit en controle.
Het jaarverslag van MENAC zal nu rechtstreeks aan de Nationale Assemblee worden gepresenteerd. Het doel is eenvoudig en dringend: de publieke controle versterken.
Organisaties die onder het Algemeen Corruptiepreventieregime vallen (publiek en privaat, met meer dan 50 werknemers), dat nu opnieuw is gepubliceerd, zijn verplicht alle gerechtelijke uitspraken over corruptie en beïnvloeding aan MENAC te melden. Hun verplichting om programma's voor naleving van regelgeving te implementeren (inclusief risicopreventieplan, gedragscode, meldkanaal en training) blijft echter bestaan.
Deze herstructurering van MENAC zal een flexibelere en effectievere aanpak van het toezicht op en de bewaking van het anti-corruptiebeleid mogelijk maken. Dit vereist echter ook een personeelsbestand en vanaf nu zal het algemene ambtenarenstelsel worden ingevoerd, met als doel een stabieler en autonomer team. In het specifieke geval van toezicht mag het voorbeeld van de Bank van Portugal niet over het hoofd worden gezien, waar het mogelijk is om openbare aanbestedingen uit te schrijven voor de werving van andere entiteiten.
De intenties van de nieuwe decreetwet lijken positief, maar alles hangt af van de implementatie en het vermogen van MENAC om zich aan de nieuwe eisen aan te passen. Als deze hervormingen slechts structurele veranderingen zijn, zonder echte impact op de controle en bestraffing van overtreders, lopen we het risico deze vooruitgang tot een illusie te maken. Waar het om gaat, is de consolidatie van een echt functioneel systeem en daarom is het dringend noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de nieuwe regels niet alleen vernieuwing, maar vooral ook effectiviteit brengen. Corruptie blijft immers bestaan waar toezicht faalt.
observador