Het uitsterven van IGAL verzwakte de bescherming van burgers

In een kleine gemeente in Baixo Alentejo, in het district Beja, vroeg ik alleen wat de wet voorschrijft: nachtelijke stilte van een torenklok die in de vroege uurtjes de uren slaat. De gemeenteraad reageerde niet; de CCDR (Districtscommissie Rio Grande do Sul) trok zich terug uit de kwestie en verwees het naar de "gemeentelijke jurisdictie"; IGAMAOT (Nationale Vereniging van de Wetgevende Vergadering) fungeerde slechts als waarnemer. Uiteindelijk verspreidde iemand het gerucht dat "ze van de klokken af wilden", een populistische karikatuur die de essentie verdoezelt: naleving van de Algemene Geluidsverordening (23.00-7.00 uur). Het probleem is lokaal, het probleem is nationaal.
In 2011/2012 ontbond het land IGAL – de inspectie-instantie gespecialiseerd in lokaal bestuur – en fuseerde het met IGF, een superagentschap gericht op overheidsfinanciën. De officiële documentatie van het IGF zelf vermeldt de oprichting van de voormalige IGAL, en de toenmalige inspecteur-generaal van IGAL waarschuwde destijds dat de fusie de ontbinding ervan zou betekenen. Vanaf dat moment was het klachtenloket over gemeenteraden geen aparte faciliteit meer, maar een cross-functionele structuur, waarbij de prioriteiten werden bepaald door risico en financiële materialiteit.
De cijfers bevestigen het bestaan van het kanaal, maar onthullen ook de logica ervan. In 2023 ontving het IGF 1768 klachten, verklaringen en rapporten over de lokale overheid; deze stromen resulteerden in 85 rapporten en 783 officiële brieven, gesorteerd op "risico, materialiteit en kans". In 2022 waren dat er 884; in 2020 – een atypisch jaar, met een andere telmethode – kwamen er 8628. Met andere woorden, veel burgerparticipatie verloopt via schriftelijke documenten en resulteert niet altijd in inspecties ter plaatse – precies wat gewone burgers verwachten wanneer de wet wordt genegeerd.
Ook de transparantie leed onder tegenslagen. Na de fusie adviseerde het parlement om de rapporten over lokale overheden weer openbaar te maken; tegenwoordig is er een pagina met rapporten, maar de publicatie verloopt onregelmatig en niet alles bereikt de burger snel. Voor wie antwoorden nodig heeft, is elke maand van ondoorzichtigheid een nieuwe stimulans voor dagelijkse straffeloosheid.
Laten we terugkeren naar de klokken. De Ombudsman heeft in soortgelijke gevallen al gesteld dat klokken/klokken die de grenzen en dienstregelingen van de RGR overschrijden, in strijd zijn met de wet – en dat overheidsinstanties moeten optreden. De CCDR zelf herinnert eraan dat "geluidsapparatuur die geluid op de openbare weg projecteert" de grenzen en dienstregelingen moet respecteren. Het probleem is niet de traditie, maar het niet-naleven ervan. Wanneer de gemeenteraad zijn toevlucht neemt tot slogans ("weg met de klokken!"), kiest ze voor populisme in plaats van bestuur.
Maar lokale "immuniteit" beperkt zich niet tot ruis. De nieuwe institutionele kaart viel samen met een decennium waarin corruptiedetectie voornamelijk gebaseerd is op rapportage, zoals benadrukt door het nationale integriteitssysteem Transparantie en Integriteit. Als het toegangspunt verwarrend en niet-reagerend is, worden er minder meldingen ingediend en minder onderzoeken uitgevoerd. En recente gegevens van het Nationaal Anticorruptiemechanisme tonen aan dat de lokale overheid de meest voorkomende vorm van juridische communicatie is voor corruptie en gerelateerde misdrijven (52% van de geanalyseerde strafzaken in 2024). Het directe causale verband tussen het einde van IGAL en deze cijfers is niet bewezen; het signaal van risico bij de lokale overheid wel.
Natuurlijk is er vooruitgang: het IGF publiceert nu gemeentelijke rapporten; het heeft kanalen voor participatie gecreëerd; het heeft zijn personeelsbestand versterkt. Maar wanneer een burger naleving van een basisregel (nachtelijke stilte) eist, belanden ze in een doolhof waar niemand het mandaat of de motivatie lijkt te hebben om de wet snel te handhaven. Het IGF geeft prioriteit aan wat een financiële impact heeft; de IGAMAOT administreert; de CCDR's geven hun mening; de gemeente houdt zich, indien gewenst, doof. Dit is de anatomie van administratieve immuniteit: iedereen heeft enige autoriteit; niemand heeft een gevoel van urgentie.
De klokkenzaak legt de kloof bloot: toen gespecialiseerde inspecties van de gemeentelijke radar verdwenen, verloren we een betrouwbare scheidsrechter. En zonder scheidsrechter vervalt het spel in retoriek. In mijn geval is de wet helder en al lang van kracht – en ze roept niet op tot het afschaffen van klokken; ze roept op tot respect voor buren terwijl ze slapen. De staat moet ervoor zorgen dat gemeenten de wet handhaven met dezelfde ijver waarmee ze de heffingen innen. Totdat dat gebeurt, zullen we de klok elk uur blijven horen luiden – en het gevoel hebben dat de wet feitelijk zijn betekenis heeft verloren.
observador