Hondsdraf in je tuin: bestrijden of laten staan?

Je kunt in het voorjaar hondsdraf herkennen aan de paarsblauwe bloemetjes die opeens overal (maar vooral in je gazon) opduiken. Hondsdraf ziet er onschuldig uit, maar dit lieflijke plantje kan je tuin snel overnemen. Om hondsdraf te kunnen bestrijden, is het goed om eerst te weten waarom het zich thuis voelt in jouw tuin. Bovendien is hondsdraf niet alleen lastig, maar ook nuttig! Ontdek hoe dat zit.
Lees verder onder de advertentie

Hondsdraf, ofwel Glechoma hederacea, is een lage, kruipende bodembedekker met paarse bloemen die vooral in het voorjaar opvallen. Dit onderkruipertje hoort bij de lipbloemenfamilie, net als munt en tijm, en komt van nature voor in vrijwel heel Europa en Rusland. Hij houdt van plekken waar het wat vochtiger is. Dat betekent dat je hem in de tuin vaak tegenkomt in het gras, onder struiken of langs de schutting. Omdat hij meerjarig en winterhard is én zich snel verspreidt via uitlopers, zien veel mensen hem als een hardnekkig onkruid. Maar eigenlijk is het gewoon een wilde plant die precies weet waar hij zich thuis voelt.

In het voorjaar kun je hondsdraf het makkelijkst herkennen, want dan komen de paarse bloemetjes (heel soms ook witte of roze bloemen) tevoorschijn. Die bloemen verschijnen vaak al in april en lijken een beetje op miniatuurorchideeën. Verder kun je dit onkruid herkennen aan de nier-of hartvormige blaadjes met een gekartelde rand en een opvallend kruidige geur (kneus het blad maar eens tussen je vingers). Verder zijn de stengels vierkant en vind je hem vooral op plekken waar de bodem vochtig, humusrijk en licht beschaduwd is.
- Stengel: vierkant, kruipend, wortelt op de knopen.
- Bladeren: nier- of hartvormig, gekarteld, tegenoverstaand.
- Geur: sterk kruidig (lijkt op munt of netel).
- Bloei: april–juni, blauwpaarse bloemen (soms wit of roze) met uitgesproken onder- en bovenlip.
- Groeiplaats: gazons, bosranden, bermen, duinen, vochtige en voedselrijke plekken.
Tip!

Op het eerste gezicht lijkt Glechoma hederacea best een charmant plantje — paars bloemetje, laag bij de grond, geen doorns of prikkels. Maar hondsdraf verspreidt zich door laag over de grond lange stengels aan te maken waarop ‘knooppunten’ zitten. Vanuit elk knooppunt maakt hij nieuwe wortels aan. Daardoor kan hij in korte tijd een flink stuk tuin overnemen, vooral op vochtige, humusrijke plekken. Omdat de plant zo dicht op de grond groeit en zich stevig vastzet, krijgen andere planten nauwelijks nog kans om te groeien.
Daarnaast is hondsdraf lastig helemaal weg te krijgen. Zelfs als je de bovengrondse delen weghaalt, blijven de wortels vaak zitten. En vanuit elk achtergebleven stukje kan weer een nieuwe plant ontstaan.

Hondsdraf duikt vaak op plekken op waar de bodem uit balans is — bijvoorbeeld te zuur, te nat of te voedselrijk. Zie je het massaal opduiken in je gazon? Dan is dat vaak een teken dat de grasmat verzwakt is, of dat er iets niet klopt met de bodemstructuur. In die zin is Glechoma hederacea een prima signaalplant: hij groeit daar waar andere planten het moeilijk hebben.
Als hondsdraf zich eenmaal in je tuin heeft gevestigd, kom je er niet zomaar vanaf. Toch zijn er verschillende manieren om het aan te pakken. Wat werkt, hangt af van hoeveel hondsdraf je hebt, waar het groeit en hoeveel tijd je hebt.
Bij een beginnende of plaatselijke aantasting is met de hand verwijderen het meest effectief — en het minst schadelijk voor de rest van je tuin. Wacht tot na een regenbui: de grond is dan losser, en je kunt de wortels makkelijker met plant en al lostrekken. Gebruik eventueel een onkruidsteker of klein schepje om dieper te gaan, want hondsdraf wortelt op meerdere punten.
Let op: als je stukjes stengel of wortel laat liggen, groeit de plant gewoon weer terug. Gooi het verwijderde materiaal dus niet op de composthoop, maar in de kliko.
Er bestaan chemische middelen tegen hondsdraf – vaak met namen als ‘onkruidvrij gazon’. Deze producten bevatten stoffen die het onkruid aanpakken zonder (in theorie) het gras te beschadigen. Toch raden wij het gebruik ervan sterk af. Waarom? Omdat deze middelen niet alleen ongewenste plantjes raken, maar óók insecten en het bodemleven verstoren. Regen spoelt resten van deze stoffen de grond in, waar ze het ecosysteem kunnen aantasten – denk aan schimmels en nuttige bodemdieren zoals wormen die juist bijdragen aan een gezonde tuin.
Maar het is ook zonde van je geld, want gif lost het probleem zelden blijvend op. Als de bodem de juiste omstandigheden biedt voor hondsdraf, komt het gewoon weer terug. Je kunt dus beter de oorzaak aanpakken in plaats van het symptoom (hondsdraf) te bestrijden.
De beste bestrijding is voorkomen. Glechoma hederacea houdt van open plekken waar weinig concurrentie is. Als je kale grond in je borders mulcht met organisch materiaal (zoals bladeren, houtsnippers of compost), geef je hondsdraf minder kans om zich te vestigen.
Nog beter is het om met andere bodembedekkers tegen onkruid te werken – planten die zelf snel dichtgroeien en zo de bodem beschermen. Denk aan zenegroen (Ajuga reptans), maagdenpalm (Vinca minor) of ooievaarsbek (Geranium). Die zijn niet alleen decoratief, maar houden hondsdraf ook op afstand.

Hondsdraf voelt zich helemaal thuis in een verzwakt gazon. Vooral op plekken waar het gras slecht groeit –bijvoorbeeld omdat de bodem te zuur is, water niet goed wegloopt of het te vaak wordt gemaaid – grijpt deze plant zijn kans. Je ziet dan vaak eerst wat kleine paarse bloemetjes tussen het gras, maar al snel ontstaat er een dichte mat waar nauwelijks nog gras groeit.
Hondsdraf is bijna altijd een teken dat er iets mis is met de bodem. Begin dus met het testen van de bodem: controleer de zuurgraad (pH) met een testsetje uit het tuincentrum. Gras groeit het beste bij een pH tussen 6 en 7. Is de bodem zuurder? Dan kan kalk strooien helpen om het evenwicht te herstellen. Zorg daarnaast voor een luchtige, goed doorlatende bodem. Als water blijft staan na een regenbui, is het tijd om te beluchten.
Een sterk gazon laat weinig ruimte voor indringers. Maai het gras daarom niet te kort, want een iets langere grasmat maakt het hondsdraf lastig. Bemest je gazon twee keer per jaar met organische mest, zodat het gras voldoende voedingsstoffen krijgt om dicht te groeien. In het voorjaar kun je kaal geworden plekken opnieuw inzaaien. Hoe dichter het gras, hoe kleiner de kans dat ongewenste plantjes zoals hondsdraf terugkomen.
Heb je al flinke plekken met hondsdraf tussen het gras? Dan kun je proberen de planten met een onkruidsteker of mesje los te wrikken. Het is een tijdrovende klus, maar in combinatie met het verbeteren van de bodem en maaien met beleid werkt dit op langere termijn uitstekend.

Hoewel Glechoma hederacea vaak als onkruid wordt gezien, heeft de plant ook positieve kanten – vooral in een natuurlijke tuin. Hij is inheems, trekt al vroeg in het seizoen bestuivende insecten aan en vraagt nauwelijks onderhoud. Bovendien helpt hij als bodembedekker de grond tegen uitdroging en erosie. En nog een leuk weetje: hondsdraf werd in de middeleeuwen gebruikt als medicinale plant en als smaakmaker bij het brouwen van bier.
Nu je alles weet over deze plant, sta je voor de keuze: hondsdraf bestrijden of toch laten staan? Deze keuze is erg afhankelijk van het soort tuin dat je hebt en van je eigen voorkeuren. Heb je een strak onderhouden siertuin, dan haal je hem liever weg voor hij andere planten verdringt. Maar in een natuurlijkere tuin kan het een waardevolle bodembedekker zijn die voedsel biedt voor vroege insecten.
Kortom: hondsdraf is vooral een probleem als je hem overal in je tuin ziet. Maar laat je hem op de juiste plek zijn gang gaan, dan draagt deze bescheiden, inheemse bodembedekker juist bij aan biodiversiteit en een gezonde bodem.
gardenersworldmagazine