Industrie 4.0 is niet genoeg. Bedrijven moeten een nieuwe uitdaging aangaan.

- Alventa is een belangrijke leverancier van ultrazuiver fosforzuur in Europa (onder meer aan bedrijven die chips en halfgeleiders produceren). Het is daarom cruciaal om de productiekwaliteit te behouden en deze te beschermen tegen externe invloeden. Moderne digitale oplossingen spelen hierbij een essentiële rol.
- De afgelopen jaren heeft het bedrijf zich gericht op de digitalisering van de productie en de transformatie naar Industrie 4.0. Barbara Augustynek, hoofd IT, en Marcin Cholewa, vertegenwoordiger van de raad van bestuur voor ESG, vertellen hierover.
- Het gesprek maakt deel uit van een reeks interviews die als basis zullen dienen voor het rapport "From Tape to Algorithm. How Digitalization Shapes the Future of Industry", opgesteld door WNP Economic Trends in het kader van het New Industry Forum (Katowice, 14-15 oktober 2025).
Welke investeringen op het gebied van digitalisering hebt u de afgelopen vijf jaar gedaan?
De afgelopen vijf jaar hebben we talloze digitale investeringen gedaan die ons stap voor stap dichter bij het concept Industrie 4.0 brengen. We hebben een ERP-systeem geïmplementeerd ter ondersteuning van productie- en managementprocessen, elektronische documentenstromen geïntroduceerd en in geselecteerde gebieden robotica geïmplementeerd.
Tegelijkertijd moderniseren we onze IT-infrastructuur en bereiden we deze voor op de steeds grotere datavolumes en IT-/OT-integratie.

Hoe beoordeelt u de digitale volwassenheid van uw organisatie?
- Op intermediair niveau hebben we basisoplossingen geïmplementeerd, maar we zien bewust mogelijkheden voor verdere optimalisatie. We zien de grootste kansen in IT/OT-integratie, de inzet van AI en machine learning, en de ontwikkeling van monitoring en data-analyse.
Welke digitaliseringsprojecten, met name die gerelateerd aan Industrie 4.0, plant u voor de komende jaren?
Vooruitkijkend plannen we verdere groei. Belangrijke initiatieven zijn onder meer verdere procesautomatisering, het versterken van cybersecurity en de implementatie van AI/ML-optimalisatietools. We overwegen ook investeringen in energie- en emissiemonitoringsystemen die onze ESG-doelstellingen en CSRD-rapportagevereisten zullen ondersteunen.
Om aan de regelgeving te voldoen, is de implementatie van het ISO 50001-energiemanagementsysteem, gebaseerd op digitale oplossingen, een belangrijk onderdeel.
Ons doel is om een organisatieniveau te bereiken dat de mogelijkheden van Industrie 4.0 volledig benut.
Digitalisering moet winstgevend zijn voor het bedrijf - en kostenbesparendWelke criteria spelen een rol bij beslissingen over dergelijke investeringen?
We baseren onze investeringsbeslissingen op verschillende factoren. De belangrijkste zijn kostenreductie, een hogere concurrentiekracht en productie-efficiëntie, en het waarborgen van de kwaliteit en voorspelbaarheid van processen.
Wettelijke eisen en klantverwachtingen zijn eveneens cruciaal en bepalen in toenemende mate de ontwikkelingsrichting. We zien ook dat automatisering helpt om personeelstekorten op te vangen, wat van onschatbare waarde is in de huidige arbeidsmarkt.
Met wie werkt u samen bij de implementatie van digitalisering? Welke belemmeringen ziet u op nationaal niveau?
Bij de implementatie van digitalisering werken we samen met IT/OT-providers, universiteiten en onderzoeks- en ontwikkelingscentra. We hechten ook waarde aan samenwerking met startups die innovatieve oplossingen en een frisse blik bieden.
De grootste belemmeringen voor de digitalisering van bedrijven zijn onder meer de kosten en complexe financieringsprocessen, de beperkte beschikbaarheid van IT/OT- en AI-specialisten en onvoldoende digitale geletterdheid bij sommige medewerkers. Dit alles vertraagt ongetwijfeld de adoptie van nieuwe technologieën.
Wat zijn de redenen voor het lage gebruik van AI in Polen? Op welke gebieden heeft AI het grootste industriële potentieel?
Naar mijn mening zijn er drie belangrijke redenen voor het geringe gebruik van AI in Polen: een gebrek aan datavolwassenheid (versnipperd en niet afgestemd op ERP/MES), kostenbarrières en een onzeker rendement op investeringen – vooral in het mkb – evenals een tekort aan AI/OT-specialisten en een beperkte experimenteercultuur. Bovendien zijn voorzichtigheid in de regelgeving en langdurige aanbestedingstrajecten essentieel. Het organiseren van data is cruciaal , want zonder een solide basis zijn AI-implementaties gefragmenteerd en ineffectief.
AI heeft het grootste potentieel voor procesoptimalisatie : het verminderen van energieverbruik, het verfijnen van productieparameters, logistiek en supply chain management. Ook voorspelling en planning bieden perspectief: vraagvoorspelling, productieplanning en predictief onderhoud.
Welke investeringen heeft u gedaan of bent u van plan te doen op het gebied van AI?
Wat hebben we tot nu toe gedaan? We hebben bepaalde processen geautomatiseerd en zijn de datalaag aan het inrichten. Wat zijn onze plannen? AI/ML-tools ontwikkelen voor productieplanning, samenwerken met leveranciers en onderzoeksinstituten, en analytische oplossingen (dashboards, KPI's) bouwen om snellere en betere zakelijke beslissingen te ondersteunen.
Ons doel is om de digitale volwassenheid geleidelijk te vergroten, zodat AI een integraal onderdeel van processen wordt en niet slechts een extraatje.
Het Poolse bedrijfsleven digitaliseert, hoewel het tempo varieertIn hoeverre ondersteunt de digitalisering van de Poolse staat en haar productie- en managementprocessen de implementatie van duurzame ontwikkelingsdoelen (ESG)? In hoeverre zijn de digitale oplossingen die u implementeert gerelateerd aan bijvoorbeeld energie-optimalisatie, CO2-voetafdruk, transparantie in rapportage en maatschappelijk verantwoord ondernemen?
Digitalisering ondersteunt in toenemende mate de implementatie van ESG-doelen, hoewel het tempo van de verandering in Polen ongelijkmatig is. Enerzijds hebben we de dynamische ontwikkeling van e-overheid, die rapportage en contact met instellingen vergemakkelijkt, maar anderzijds vertonen veel bedrijven nog steeds een laag niveau van digitale volwassenheid.
In de industrie levert digitalisering tastbare resultaten op: automatisering maakt een betere controle van het energie- en nutsverbruik mogelijk, en geavanceerde analyses helpen de CO2-voetafdruk te verkleinen en processen te optimaliseren.
We implementeren steeds vaker energiemanagementsystemen, berekeningen van de CO2-voetafdruk van producten en oplossingen die rapportage volgens de MVO-richtlijnen mogelijk maken. Digitale tools hebben ook een sociale dimensie: ze vergemakkelijken de communicatie met medewerkers en vergroten de transparantie richting stakeholders.
Uiteindelijk zien wij dat digitalisering de basis vormt voor ESG: het combineert milieu, maatschappij en bestuur in één systeem van data en processen. Zo kunnen we verklaringen omzetten in concrete acties.
Welke impact hebben digitalisering en de bredere transformaties van Industrie 4.0 op het management en de organisatiecultuur in uw bedrijf? Heeft uw bedrijf personeelswijzigingen doorgevoerd, medewerkers omgeschoold of transformatieleiders aangesteld?

- Het concept Industrie 4.0 beperkt zich niet alleen tot technologieën op het gebied van automatisering, robotisering en het gebruik van kunstmatige intelligentie, maar heeft voor een groot deel betrekking op people management en organisatiecultuur.
Het beïnvloedt de manier van management via decentralisatie en agile management, meer gedistribueerd , bijvoorbeeld op het niveau van ingenieurs of de 'apparaten' zelf die productieprocessen aansturen.
Managers hebben de taak om transformatie te ondersteunen, leiding te geven, digitaal bewustzijn binnen teams te creëren en de samenwerking tussen mens en machine te faciliteren.
Wij hechten veel waarde aan innovatie, zowel door te zoeken naar snelle oplossingen, door te experimenteren aan de ‘bodem’ van de organisatie (bijvoorbeeld via het Kaizen Programma), als door te zoeken naar innovatieve oplossingen binnen onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten.
Alventa kan bogen op een eeuwenoude traditie, maar om de marktleiders te evenaren of zelfs te overtreffen, richt het bedrijf zich voortdurend op het verbeteren van zijn kwalificaties, met name op het gebied van data-analyse, het omgaan met nieuwe technologieën en kwaliteitsbewaking.
De rol van de medewerker breidt zich voortdurend uit, van routinematige, repetitieve taken die door machines kunnen worden uitgevoerd naar analytische, toezichthoudende en creatieve taken. Medewerkers maken deel uit van interdisciplinaire projectteams.
Theorie is niet alles, medewerkers hebben ook praktijk nodigHoe beoordeelt u het huidige systeem voor het opleiden van personeel in vakgebieden die relevant zijn voor digitalisering en Industrie 4.0 in het algemeen? Welke veranderingen zijn nodig en welke rol moeten de overheid en bedrijven spelen?
- Het onderwijs - zowel aan de technische universiteiten als aan de beroeps- en middelbare technische scholen - blijft te theoretisch en loopt vaak achter de technologische veranderingen en behoeften aan.
Dit is de laatste jaren veranderd, maar er is nog steeds een gebrek aan moderne laboratoria, simulatoren en inzicht in de realiteit van de industrie. Dit is vooral merkbaar tijdens stages en plaatsingen, maar ook bij het aannemen van afgestudeerden – jongeren hebben vaak een ideaalbeeld van werken in een industrieel bedrijf, een beeld dat afwijkt van de realiteit. Pas in een bedrijf komen ze echte problemen en taken tegen en krijgen ze voor het eerst de kans om moderne laboratoriumapparatuur te gebruiken. Ze zeggen zelf dat studeren en werken in de industrie twee verschillende werelden zijn; als ze eenmaal aan de slag gaan, leren ze het vak opnieuw kennen.
In industriële bedrijven (maar niet alleen daarbuiten) zijn soft skills erg belangrijk, zoals het vermogen om in teamverband te werken en samen te werken met andere organisatorische eenheden. De ontwikkeling hiervan tijdens de opleiding gaat niet altijd hand in hand met het verwerven van specialistische kennis.
De rol van de overheid zou moeten bestaan uit het ondersteunen van de onderwijsinfrastructuur, met name die gericht op het verwerven van praktische vaardigheden, het bevorderen van de samenwerking tussen wetenschap en bedrijfsleven en het subsidiëren van opleidingen. Bedrijven zouden op hun beurt moeten deelnemen aan de co-creatie van onderwijsprogramma's, stages en leerlingplaatsen aanbieden en investeren in opleidingen voor hun werknemers, door mogelijkheden te bieden voor omscholing en het verbeteren van competenties.
Is het nieuwe concept Industrie 5.0 – de combinatie van technologie, duurzame ontwikkeling en een focus op mensen, samen met de veerkracht van bedrijven tegen crises – een onvermijdelijke richting? De verwachtingen van bedrijven en ondernemingen stijgen exponentieel en worden steeds lastiger te realiseren – zowel organisatorisch als financieel. Zullen bedrijven aan deze verwachtingen kunnen voldoen?
- In tegenstelling tot het Industrie 4.0-concept, dat zich primair richt op het automatiseren, robotiseren en digitaliseren van de productie, om zo de efficiëntie en productiviteit te maximaliseren, wordt in het Industrie 5.0-concept de rol van de mens, maatschappelijke verantwoordelijkheid en het welzijn van de werknemers cruciaal, en gaan deze hand in hand met efficiëntie en veerkracht op de lange termijn bij crises.
Deze richting - Industrie 5.0 - lijkt onontkoombaar. Dat komt mede door de ingevoerde wettelijke verplichtingen, zoals ESG-rapportage, maar ook door de verwachtingen van klanten, medewerkers en investeerders.
Hoewel opkomende problemen voor bedrijven met betrekking tot ESG-rapportage de wettelijke vereisten aanvankelijk kunnen versoepelen of uitstellen, zijn bedrijven – met name internationale – al enige tijd actief bezig met duurzame ontwikkelingsinitiatieven, ongeacht de wettelijke vereisten, en eisen ze hetzelfde van hun leveranciers. Een voorbeeld is de introductie van mechanismen in online aanbestedingen die – naast de prijs – ook andere aspecten van leveranciersprestaties evalueren, voornamelijk met betrekking tot het verkleinen van hun CO2-voetafdruk.
De implementatie van het Industrie 5.0-concept zal een aanzienlijke uitdaging vormen voor bedrijven op verschillende niveaus, met name financieel, aangezien investeringen in decarbonisatie, milieuvriendelijke technologieën en crisisbestendigheid aanzienlijke investeringen vereisen. Investeringen in dit concept zullen jaren duren voordat ze zich terugverdienen, terwijl bedrijven momenteel worstelen met winstgevendheid vanwege de toestand van de Europese economie, de economische vertraging en de concurrentie vanuit Azië.
Ook op competentieniveau doet het probleem zich voor: bedrijven hebben een tekort aan mensen met vaardigheden op het gebied van ESG, verandermanagement, AI-implementatie en cybersecurity.
Omdat de transformatie naar Industrie 5.0 onvermijdelijk is, kunnen bedrijven die het moeilijker vinden om zich aan dit concept aan te passen, markten en werknemers verliezen, om nog maar te zwijgen van de mogelijkheid om de meest benodigde mensen aan te trekken om de veranderingen door te voeren. Dit zal leiden tot een nog grotere differentiatie, waarbij grotere bedrijven extra kracht krijgen, terwijl zwakkere bedrijven met minder capaciteiten volledig failliet kunnen gaan of overgenomen kunnen worden.
Het verkrijgen en uitwisselen van gegevens met partners kan ook gevaarlijk zijn.Hoe beoordeelt u de mogelijkheden en risico's die gepaard gaan met het verkrijgen en uitwisselen van gegevens met B2B-partners (leveranciers, klanten)?
- Het verkrijgen en uitwisselen van gegevens met B2B-partners is van groot belang voor het opzetten van effectieve toeleveringsketens en kostenoptimalisatie.
Informatie over de marktvraag en de voorraadniveaus bij uw handelspartners biedt u extra mogelijkheden voor productieplanning, het minimaliseren van voorraden en het voorkomen van stilstand en verstoringen.
Bovendien maakt gegevensuitwisseling het mogelijk om producten beter af te stemmen op klanten, innovatieve oplossingen te ontwikkelen en bij te dragen aan een verdere automatisering van inkoop- en verkoopprocessen. Tevens kan het de veerkracht in crisissituaties vergroten.
Samenwerking tussen zakenpartners op het gebied van ESG en duurzame ontwikkeling is cruciaal. Het delen van gegevens over CO2-voetafdrukvermindering, initiatieven, doelstellingen en berekeningsmethoden is cruciaal voor de naleving van wettelijke voorschriften en het opbouwen van waardeketens.
Het verkrijgen en uitwisselen van gegevens met B2B-partners kan echter ook risico's met zich meebrengen, zoals het openbaar maken van gevoelige gegevens, het verkrijgen van kennis over producten, processen, kosten, marges en voorraden, en daarmee het verslechteren van de onderhandelings- en concurrentiepositie van bedrijven.
Deze zorgen en het wantrouwen ten aanzien van nauwe samenwerking kunnen een obstakel vormen voor het delen van gegevens. Daarom zal dit type samenwerking vaker voorkomen tussen bedrijven die werken op basis van nauwe partnerschappen en gezamenlijke ontwikkeling, waarbij de principes voor gegevensbeveiliging en wettelijke vereisten, waaronder NDA's (non-disclosure agreements - noot van de redactie), in acht worden genomen.
Hoe beoordeelt u het bewustzijn en de bescherming tegen cyberaanvallen in de industrie? Welke maatregelen zou de overheid op dit gebied moeten nemen?
Dit niveau stijgt, maar blijft onvoldoende en zeer variabel. Grote bedrijven, vooral internationale, hanteren hoge normen in lijn met ISO en de NIS2-richtlijn.
Het probleem doet zich voor bij kleinere bedrijven, en zelfs bij sommige grote ondernemingen – ze beschikken vaak niet over voldoende financiële middelen en personeel, of cybersecurity wordt gezien als een kostenpost. Hierdoor zijn deze bedrijven vaker het doelwit van aanvallen, met gevolgen zoals ransomware of het kapen van SCADA-systemen die hele processen kunnen lamleggen. De integratie van IT met OT-netwerken verhoogt het risico nog verder.
Naar onze mening moet de overheid niet alleen verplichtingen opleggen, maar ook daadwerkelijke ondersteuning bieden aan bedrijven. Minimumnormen en verplichte audits zijn nodig, maar ook – parallel daaraan – ondersteunende tools : subsidieprogramma's, belastingvoordelen, centrale monitoringplatforms (SOC-as-a-Service) en databases met procedures voor incidentrespons.
Onderwijs is ook cruciaal: training, campagnes en simulatieoefeningen. Zonder uitgebreide maatregelen die preventie, preventie, onderwijs en technologische ondersteuning combineren, zal de Poolse industrie steeds kwetsbaarder worden voor incidenten, waarvan de gevolgen verder kunnen reiken dan individuele fabrieken en de stabiliteit van de economie kunnen aantasten.
wnp.pl