Wanneer publiek en privaat samenwerken: het nieuwe gezicht van cultureel erfgoedbeheer
Met circulaire nr. 10, ondertekend door Alfonsina Russo, hoofd van de afdeling Bevordering van Cultureel Erfgoed (DiVA), die begin augustus werd gepubliceerd, stelde het Ministerie van Cultuur de richtlijnen vast voor speciale publiek-private partnerschappen (PSPP) voor culturele instellingen en locaties. Deze strategisch-administratieve handeling werd al ongeveer vier jaar verwacht, sinds een decreet van het directoraat-generaal van Musea, Massimo Osanna , in juli 2021 een speciale Technische Commissie instelde. De richtlijnen zijn het resultaat van wetgevende vernieuwingen die de afgelopen jaren zijn doorgevoerd; de meest opvallende zijn die van de nieuwe Code voor Overheidsopdrachten, Wetgevend Decreet 36/2023, Arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 131/2020 en Decreet nr. 72/2021 van het Ministerie van Arbeid, die het procedurele kader voor publiek-private samenwerking in de derde sector verder specificeren. Daarbij komen nog de positieve resultaten van de door het MiC gepromote pilotprojecten. De gepubliceerde documenten worden, naast de circulaire en de richtsnoeren, aangevuld met een ontwerp van openbare bekendmaking. Deze dient als referentie voor het vaststellen en ontwikkelen van procedures, waarbij elke instelling de vrijheid krijgt om de documenten aan te passen aan haar eigen specifieke behoeften.

Oud Ostia Festival
Ze zijn gestructureerd in zeven punten, die in essentie zijn onderverdeeld in het regelgevingskader, de vergelijking met het oude instrument voor concessies voor diensten en de unieke aspecten van het PSPP met betrekking tot het hernieuwde evenwicht, de procedures en de derde sector. Het document stelt een nieuw bestuursmodel voor het beheer van cultureel erfgoed voor, gebaseerd op de implementatie van een gedeeld cultureel project. Deze aanpak overstijgt effectief het traditionele concessiemodel – geïntroduceerd door de wet Ronchey en decennialang gebruikt voor het beheer van aanvullende diensten – dat momenteel is gedegradeerd tot louter operationele of ondersteunende functies, zoals schoonmaak, beveiliging, kaartverkoop en toegangscontrole.
Het doel van de DiVA is om culturele instellingen een praktisch en concreet beheersmodel te bieden dat gericht is op het garanderen van maximale publieke inclusie van cultureel erfgoed. Het gebruik van het PSPP wordt geregeld door artikel 134, lid 2, van Wetsbesluit nr. 36/2023 en artikel 89, lid 17, van Wetsbesluit nr. 117/2017, respectievelijk van de Codex Overheidsopdrachten en de Codex Derde Sector. Het is een vereenvoudigde, maar niet zonder complexiteit, procedure die verschillende unieke kenmerken heeft. Ten eerste maakt het het mogelijk om de grote heterogeniteit die culturele instellingen kenmerkt te erkennen, waardoor de mogelijkheid wordt geboden om de projectuitvoering aan te passen en te innoveren. Bovendien maakt het het mogelijk om innovatieve vormen van merchandising en economische samenwerking met het bedrijfsleven te testen. De opdracht is kosteloos en brengt dus geen financiële last met zich mee voor de overheid. Het PSPP voorziet in een aanzienlijke betrokkenheid van particulieren, ongeacht hun omvang of rechtsvorm, bij het beheer van niet alleen de verbeteringsactiviteiten, maar ook van volledige activa, door hen niet alleen de levering van één enkele dienst toe te vertrouwen, maar ook het beheer van de activa zelf. Hoewel er een voorkeur is voor non-profitorganisaties, staat het instrument in feite open voor alle productieve entiteiten, zoals in het geval van het Koninklijk Paleis van Caserta, dat de verbetering van de Bourbon-kassen in de Engelse tuin heeft toevertrouwd aan een winstgevend bedrijf. Bovendien pleiten de richtlijnen voor een verbinding tussen publieke instellingen (lokale overheden, scholen, universiteiten, ministeries, enz.) en private entiteiten om hun acties in de processen van behoud en verbetering van cultureel erfgoed synergetisch te sturen. Een zeer belangrijk aspect, dat een belangrijke innovatie vormt, is de mogelijkheid om PSPP's voor cultureel erfgoed in hun geheel uit te voeren, inclusief zowel onroerende als roerende activa. Wat dit laatste punt betreft, vallen alle verbeteringsactiviteiten voor collecties en roerende culturele activa eronder, ongeacht hun locatie. Dat betekent dat depots, archieven en de daaruit voortvloeiende digitale objecten beheerd kunnen worden en dat ook het beleid voor merkontwikkeling dat door de Made in Italy-wet wordt bevorderd, hierbij kan worden betrokken.
PaFleg
In de loop der jaren is de relatie tussen musea en bedrijven ingrijpend veranderd. Van een concessioneel en in veel gevallen onderdanig regime is er nu sprake van een evenwichtiger economisch systeem, waarin de publieke en private sector gezamenlijk oplossingen en diensten ontwerpen, gebaseerd op een logica van open innovatie. Het open-innovatiemodel, ontleend aan de bedrijfseconomie, is gebaseerd op samenwerking tussen organisaties en andere externe partijen zoals universiteiten, onderzoeksinstituten, startups, gevestigde bedrijven, klanten, gemeenschappen of andere partners om de creatie en ontwikkeling van nieuwe producten en diensten of nieuwe technologieën te stimuleren. Het PSPP-model dat in de richtlijnen wordt beschreven, volgt dit pad.
De afgelopen jaren heeft het MiC verschillende pilotprojecten ontwikkeld, van Noord- tot Zuid-Italië: van Kasteel Miramare in Triëst tot de Rocca Albornoz in Viterbo, van Ostia Antica tot Pompeii, en zelfs het Kasteel van Karel V in Lecce. Laten we eens kijken naar de eerste resultaten. Zo heeft de particuliere concessiehouder van het Koninklijk Paleis van Caserta acht mensen in dienst en vier kassen gerestaureerd, met een investering van € 422.000 in de herontwikkeling van de omgeving. Het project beoogt de productie van meer dan 3.500 planten in twee winkels (waarvan 1.000 door het Koninklijk Paleis zijn aangekocht). Momenteel staan er 700 planten in de kwekerij, gekweekt uit zaden die eigendom zijn van het museum. De totale omzet bedraagt € 60.000: € 35.000 uit de verkoop van planten en € 25.000 uit educatieve activiteiten, workshops en andere initiatieven. In het Archeologisch Park Campi Flegrei betrof het project voor partnerschapsbeheer specifiek de Piscina Mirabilis in Bacoli en het Macellum in Pozzuoli (Napels). In de periode 2021-2023 werden aanzienlijke resultaten behaald: een totale toename van het aantal bezoekers met 66.000 op beide locaties en een toename van de inkomsten uit culturele diensten, met circa € 310.000 aan inkomsten en circa € 70.000 aan royalty's. Voor het Archeologisch Park van Ostia Antica, dat het beheer van het festival in het prachtige theater heeft toevertrouwd, zijn de cijfers voor 2024 significant: 9.700 concertbezoekers. Ook in Zuid-Italië, een bijzonder dynamische regio op dit gebied, heeft de Regionale Directie van de Nationale Musea van Puglia van het Ministerie van Cultuur, in samenwerking met de Fondazione con il Sud, een oproep tot het indienen van voorstellen gelanceerd voor het beheer van het Kasteel van Karel V in Lecce. De geplande activiteiten variëren van catering tot educatie, van workshops tot rondleidingen, met bijzondere aandacht voor innovatief gebruik en de actieve betrokkenheid van burgers, cultuurprofessionals en scholen. De Stichting heeft € 500.000 aan financiering verstrekt aan het best geselecteerde project. Andere voorbeelden zijn Pompeii, waar initiatieven zich richten op educatieve, recreatieve en recreatieve activiteiten, en het kasteel van Miramare, waar horeca en cafédiensten een uiting worden van de lokale gastronomische cultuur. Hier wordt de ondernemer, naast het leveren van basisdiensten, gevraagd om hedendaagse kassen te restaureren en uit te rusten, deze om te vormen tot multifunctionele ruimtes en laboratoria voor wetenschappelijke en culturele verspreiding, alsmede om evenementen te organiseren en andere gebouwen te onderhouden.
ilsole24ore