COMMENTAAR - De overeenkomst over diepzeemijnbouw is mislukt. Milieuactivisten die dit vieren, geven toe aan valse hoop.


Imago/Jochen Tack / www.imago-images.de
Gekke wereld: Milieuorganisaties en wetenschappers vieren het uitblijven van een akkoord over diepzeemijnbouw. Afgelopen vrijdag eindigde ook de 30e jaarvergadering van de International Seabed Authority (ISA) zonder een resolutie. Er zijn nog steeds geen regels die bepalen wie wat mag delven op volle zee. Maar het uitblijven van een akkoord is allerminst een reden om opgelucht adem te halen.
NZZ.ch vereist JavaScript voor belangrijke functies. Uw browser of advertentieblokkering blokkeert dit momenteel.
Pas de instellingen aan.
Want het ontbreken van regels en verboden betekent niet automatisch dat de zeebodem en al haar bewoners beschermd zijn.
Volgens het Internationaal Verdrag inzake het Recht van de Zee mogen bedrijven momenteel alleen exploratie of mijnbouw op de zeebodem uitvoeren als de ISA dit goedkeurt. Op het eerste gezicht lijkt de hoop van de milieuactivisten plausibel: als er geen regelgeving is voor mijnbouw, is elke activiteit op de zeebodem illegaal. En niemand zal het doen.
Maar dat is een compleet naïeve visie en daarom onrealistisch. En niet omdat er altijd mensen zullen zijn die iets illegaals doen uit winstbejag.
De VS handelt volgens de nationale wetgevingDe Verenigde Staten bijvoorbeeld accepteren de autoriteit van de ISA helemaal niet. Het land heeft het Zeerechtverdrag nooit geratificeerd. Daarom zijn ze van mening dat ze zich, zelfs op volle zee, alleen aan de nationale wetgeving hoeven te houden. En de Verenigde Staten hebben er wel een die diepzeemijnbouw binnen bepaalde grenzen toestaat.
De regering-Trump kondigde weken geleden aan dat ze deze wet zou invoeren, waardoor bedrijven niet alleen in haar eigen kustwateren, maar ook op volle zee diepzeemijnbouw mogen bedrijven. Zelfs een nieuwe reeks ISA-regels zou het Amerikaanse standpunt niet hebben veranderd. Het is zeer onwaarschijnlijk dat de Amerikaanse overheid zich aan deze wet zou houden – of nu een internationale overeenkomst zou ratificeren.
Naast de juridische strijd bepleiten critici en voorstanders ook de noodzaak van diepzeemijnbouw. Mijnbouwbedrijven zijn vooral geïnteresseerd in zogenaamde mangaanknollen, brokken die metalen zoals koper, nikkel, kobalt of mangaan bevatten. Voorstanders van diepzeemijnbouw benadrukken dat een energietransitie alleen haalbaar is met metalen uit de zeebodem.
Maar critici betwisten dit. Ze benadrukken dat de sluimerende reserves op de zeebodem te klein zijn om in de nabije toekomst de materiële problemen op aarde op te lossen. Tegelijkertijd zijn de risico's van mijnbouw momenteel onberekenbaar. Er is nog veel te weinig bekend over welke levende organismen daar leven en hoe ze met elkaar omgaan.
Neem het voorzorgsbeginsel in achtWetenschappers en milieuactivisten roepen al jaren op om de zeebodem met rust te laten; we moeten eerst veel meer kennis vergaren. Hoewel dit al jaren een werk in uitvoering is, is het zeer moeilijk gebleken, aangezien de betreffende gebieden duizenden meters diep liggen. Bedrijven met commerciële belangen hebben doorgaans meer middelen tot hun beschikking dan door de overheid gefinancierde onderzoeksgroepen. Daarom zullen eerstgenoemden waarschijnlijk binnenkort de boventoon voeren.
Dit maakt het des te belangrijker om ook bij diepzeemijnbouw het voorzorgsbeginsel in acht te nemen. Het was beter geweest om in ieder geval een aantal basisregels te formuleren, ook al houden niet alle landen ter wereld zich daar (direct) aan. Dan had in ieder geval bij sommige verkenningen rekening kunnen worden gehouden met natuurbehoud.
nzz.ch