De laatste grens van kunstmatige intelligentie

In april 2025 verklaarde Eric Schmidt (voormalig CEO van Google) in een TED Talk dat de revolutie in kunstmatige intelligentie (AI) enorm wordt onderschat. In de komende zes jaar, zei hij, zullen we systemen zien die wetgeving opstellen, diagnoses stellen, onderzoeken en beslissingen nemen met een grotere verfijning dan de mens – allemaal in onze eigen zak. Hij voegde eraan toe dat we binnen drie tot vijf jaar zullen bereiken wat hij kunstmatige algemene intelligentie (AGI) noemt, gedefinieerd als een systeem dat net zo intelligent is als de meest briljante wiskundige, natuurkundige, kunstenaar, schrijver of denker.
Hij zei ook dat ze in de komende zes jaar het cognitieve vermogen van de hele mensheid samen ruimschoots zullen overtreffen. Dit technocratische zelfvertrouwen kondigt echter, meer dan wetenschappelijke verheerlijking, een enorme stille beschavingsverschuiving aan: de progressieve vervanging van de menselijke innerlijkheid door criteria van algoritmische efficiëntie.
Het is niet de machine die me bang maakt – het is de snelheid waarmee we opgeven wie we zijn. AI imiteert niet alleen menselijke capaciteiten; het herdefinieert ook wat we bedoelen met intelligentie, oordeelsvermogen en waarden. Door cognitieve functies te automatiseren, riskeren we ethiek, twijfel, geheugen, creativiteit en compassie te automatiseren – de kwetsbare maar onvervangbare elementen van de menselijke conditie.
Technologie is niet neutraal. Het legt een manier van kijken naar de wereld op, en AI versterkt deze logica, waardoor de mens gereduceerd wordt tot een optimaliseerbare variabele. Wanneer efficiëntie het hoogste criterium wordt, is een fout een afwijking, traagheid een defect, aarzeling een gebrek. Maar het is in dit interval tussen weten en niet weten dat de mens zich openbaart. Walter Benjamin, die technologie in de kunstwereld analyseerde, voelde deze transformatie al aan: technische reproduceerbaarheid lost de 'aura' op – die unieke gloed van een authentieke en onherhaalbare ervaring.
Kunst is niet louter een formeel of esthetisch resultaat. Het is een bevestiging van menselijke waardigheid en kwetsbaarheid. Zonder deze ethische en spirituele dimensie kan AI menselijke kunst nooit vervangen. AI kan stijlen simuleren, maar nooit echte kunst creëren.
In dit scenario is regulering mogelijk niet voldoende. Het is noodzakelijk om een ethiek van de geest te rehabiliteren. Technische rationaliteit moet zich onderwerpen aan de communicatieve rede – aan luisteren, aan zorg, aan gemeenschap, aan het gemeenschappelijke. Vooruitgang is alleen vooruitgang als het echte vrijheden vergroot. Het gevaar schuilt niet in het verslagen worden door AI, maar in het accepteren van de logica ervan als criterium voor de mensheid.
Hier komen de kunsten en de humanistische educatie centraal te staan, niet als versiering, maar als actief verzet. Kunst is niet bedoeld om te vermaken – ze is bedoeld om ons eraan te herinneren dat er een betekenis is die aan berekening ontsnapt. Poëzie, theater, schilderkunst en muziek onthullen het onuitsprekelijke, het 'nutteloze', het schone – alles wat ons redt van de tirannie van het nut. De geesteswetenschappen concurreren niet met AI: ze leren ons mens te zijn op manieren die geen enkele machine kan simuleren.
Opvoeden betekent het cultiveren van meervoudige innerlijke werelden, het ontwikkelen van kritisch denken, ethisch oordeel en morele verbeelding. Het is niet genoeg om je voor te bereiden op de markt – het is essentieel om een geweten te vormen dat zich verzet tegen de automatisering van het bestaan.
Er is echter één grens die AI nooit zal overschrijden: die van de geest. De vrijheid om betekenis te vinden in het leven, en in lijden, is niet overdraagbaar. Rilke zei dat leven betekent volwassen worden in een ruimte waar tijd noch code doordringt. En ik zou een eindeloze lijst met voorbeelden kunnen noemen. De adel van de geest – het vermogen om te contempleren, te vergeven, te zorgen, te luisteren, lief te hebben – blijft het hoogste gebaar van menselijke vrijheid.
observador