De Butler van Brussel

In zijn beroemde werk “The Decline and Fall of the Roman Empire” portretteert Edward Gibbon op meesterlijke wijze hoe decadente keizers Rome in de meest kritieke momenten in de steek lieten en de as achterlieten van wat ooit groot was. Dit beeld doet denken aan de satirische figuur van de politicus die chaos zaait, diepe scheuren in de samenleving veroorzaakt en, wanneer de boot die hij bestuurt water begint te maken, het op elegante wijze achter zich laat. Hij keert zich af van de problemen die hij zelf heeft gecreëerd en gaat op zoek naar een comfortabele positie elders. Van daaruit bekijkt hij rustig het schouwspel van het ongeluk van anderen, zonder een spoor van spijt of berouw.
Het ‘beetje’ overwinning dat António José Seguro behaalde, was niet genoeg voor António Costa, die streefde naar totale controle over het partijapparaat en, bij uitbreiding, over de staat.
Toch markeerde Portugal in 2015 een keerpunt in onze democratie na de verkiezingsnederlaag tegen Passos Coelho's PAF.
Het gevaarte was het Faustiaanse pact. Een slimme zet die decennialange democratische consensus verbrak. Het herenpact, dat een minderheidsregering tussen de PS en de PSD mogelijk maakte, werd vernietigd door Costa's machtshonger. Om politiek te overleven verkocht de PS zichzelf aan links-radicalisme en droeg het structurele beleid over aan de PCP en het Linkse Blok.
De gevolgen van deze onnatuurlijke alliantie waren verwoestend en onvoorspelbaar: de pensioenleeftijd werd teruggedraaid, het minimumloon werd verhoogd zonder economische criteria, er werd weer vrije dagen ingevoerd, carrières in de publieke sector werden weer vrijgemaakt zonder productiviteitscompensatie en er ontstond een distributiebeleid dat de staat transformeerde in een socialistisch web.
António Costa ontpopte zich als een politicus met een zeldzaam tactisch talent, maar was ook de grote architect van de Portugese polarisatie. Paradoxaal genoeg werd hij tegelijkertijd de beul van de radicale linkerzijde en de schepper van het Chega-fenomeen.
Door de voorstellen van de PCP en de BE tijdens de jaren van de geringonça te absorberen en te neutraliseren, liet Costa deze partijen hun eigen identiteit verliezen, waardoor ze op de rand van politieke uitsterving kwamen. Als een bedreven roofdier voedde hij zich met hun ideeën, tot er niets anders meer overbleef dan hun botten.
Aan de andere kant van het politieke spectrum vormden zijn soepele beleid, controversiële aanpak van kwesties als ongecontroleerde immigratie, de rechtszaken die zijn naaste omgeving zwartmaakten en de groeiende maatschappelijke verdeeldheid de ideale voedingsbodem voor de groei van rechtspopulisme. André Ventura's Chega is niet alleen een reactie op immigratie en criminaliteit, het is het bastaardkind van de breuken die Costa in de Portugese samenleving heeft veroorzaakt.
Met het brandende huis, een verdeeld land, een economie die afhankelijk is van Europese fondsen en een gefragmenteerde samenleving, voerde António Costa zijn meest sluwe zet uit: hij vluchtte naar Brussel.
Dit was geen gênante terugtrekking, maar een zorgvuldig georkestreerde promotie. De rol van voorzitter van de Europese Raad, die in wezen ceremonieel is wat betreft zijn eigenlijke uitvoerende bevoegdheden, biedt hem een uitstekend podium voor zijn aard: hij zit vergaderingen voor, legt plechtige verklaringen af en staat op officiële foto's, maar heeft geen echte beslissingsbevoegdheid over het Europese beleid.
Vanuit Brussel kan Costa nu rustig de politieke omwenteling in Portugal bekijken die hij zelf heeft veroorzaakt. Hij ziet de PS worstelen met een vergiftigde erfenis, het rechts dat groeit maar verdeeld is tussen het centrum en het populisme, en het radicale links dat sterft. Dit alles zonder ook maar een spoor van berouw of spijt te tonen.
Wij moeten het politieke genie van deze manoeuvre erkennen. Slechts weinigen slagen erin om op het juiste moment de macht af te staan, waardoor een ontsnapping in een schijnbare promotie verandert. Costa wist hoe hij de tijd moest inschatten, voorzag de storm en zocht zijn toevlucht in de Europese bureaucratische Olympus voordat de gevolgen van zijn beslissingen hem zouden treffen.
De titel “butler van Brussel” die hij nu draagt, is toepasselijker dan het lijkt. Net zoals een butler een huis runt dat niet van hem is, zal Costa nu aan het hoofd staan van een Europa waarover hij maar beperkte invloed heeft, maar waarin hij de schijn van macht kan ophouden zonder de zwaardere verantwoordelijkheden ervan op zich te nemen.
Terwijl Portugal de gevolgen van het afgelopen decennium onder ogen moet zien, met een verdeelde samenleving, instellingen die in de greep zijn van partijdigheid en een politiek systeem in crisis, kijkt hij van een afstandje toe. Waarschijnlijk is hij al bezig met het plannen van zijn volgende zetten op een bord dat hij domineert als weinig anderen.
Dit is de les van António Costa: het is niet ideologie die de politiek drijft, maar list. Het zijn niet principes die succes bepalen, maar het vermogen om je aan te passen en, indien nodig, op het juiste moment te ontsnappen.
Zoals Machiavelli schreef in “De Prins”: “Het is beter om gevreesd dan geliefd te zijn, als je niet beide kunt zijn; maar bovenal is het beter om sluw te zijn dan sterk, want het geluk begunstigt de stoutmoedigen, maar sluwheid overleeft alle stormen.”
observador