Contractbreuk

Het oproepen van een sfeer van massaprotest in de openbare ruimte, niet georganiseerd op straat maar uitgesproken bij de stembus, vindt weerklank in de Portugese huishoudens en in mindere mate in de partijhoofdkwartieren, waar deskundigen de kern van de onvrede onder de bevolking hadden moeten aankaarten, niet in overbelaste sectoren, niet in fragiel overheidsbeleid of lage lonen, maar juist in de organische essentie van de maatschappelijke orde, in een sociaal contract dat voortdurend wordt geschonden door zijn uitdager, de staat.
Hoe abstract de integratie van het Sociaal Contract in het publieke en politieke debat vandaag de dag ook mag lijken, vanwege zijn existentiële illiquiditeit en beperkt tot tastbare fragmenten in de Grondwet, is het verklarende en illustratieve vermogen ervan voor de huidige politieke situatie onmiskenbaar. Hetzelfde geldt voor de heftigheid waarmee erover gesproken zou moeten worden in zalen en amfitheaters die openstaan voor apolitieke burgers.
In een gedurfde samenvatting herinneren we aan de geboorte van dit concept bij Hobbes, in een dynamiek van het toekennen van vrijheden aan de Leviathan, een soevereine autoriteit die orde en veiligheid zal handhaven.
Als conceptuele opvolger vinden we de meest invloedrijke en erkende theorie, die van John Locke, die de instelling van een beperkte overheid voor ogen had, waarvan het doel de bescherming van natuurlijke rechten was en waarbij de legitimiteit van politieke macht gebaseerd was op de instemming van de bevolking.
De lijst van conceptualiseringen zou kunnen worden uitgebreid, vanwege de herhaaldelijke ontwikkeling ervan door verschillende auteurs, zoals Jean-Jacques Rousseau, John Rawls, Robert Nozick en Jürgen Habermas, met een essentiële visie voor het hedendaagse debat.
Uit deze seculiere evolutie van de theorievorming over het Sociaal Contract komen fundamentele overwegingen naar voren over de realiteit van samenlevingen, over de elementen die mensen mobiliseren, over de waarden die zorgen voor pacificatie en publieke stabilisatie, de vectoren voor de berechting van zelfbeheersing op basis van een entiteit die de verantwoordelijkheid voor deze domeinen en vectoren op zich neemt, en zo ontstaan er meerdere illustratieve dimensies van ontevredenheid.
Tegenwoordig is er sprake van een primair en evident element: de staat faalt in het nakomen van zijn fundamentele verantwoordelijkheden die zijn vastgelegd in het hedendaagse Sociaal Contract. Dat is met name duidelijk op het gebied van de gezondheidszorg, het onderwijs, de huisvesting en in het algemeen in alle vormen van openbare dienstverlening. Dit zijn sectoren die in de moderne tijd een bepaalde omvang aannemen en niet zijn vastgelegd in de theorie van Locke, wellicht vanwege seculiere voorzichtigheid of het vooruitzicht op een overbelasting van de slagaders van de staat.
Het niet-naleven van contracten en het meten ervan zijn steeds beruchter, maar we beperken ons niet tot een lokaal fenomeen. In veel opzichten ontstaat er in de Europese context een "transnationaal manifest" van onvervulde verwachtingen, met de geleidelijke degradatie van de publieke dienstverlening, met een opvallende nuance: het protest dat ooit een vakbondsprotest was, is de verkiezing geworden van ambassadeurs van contractuele niet-naleving, met een destructieve dynamiek die moeilijk te herstellen is op sociaal en politiek vlak.
De mate van schending van het Sociaal Contract varieert tussen naties en volkeren, tussen voorkeuren en ambities, tussen tevredenheid en genoegen. Het zijn allemaal dimensies van diepe subjectiviteit en volatiliteit. Individualisme en de toegenomen rol van het algoritme bij het formuleren van principes, waarden en verlangens maken het onmogelijk om systematisch de non-conformiteit te analyseren en mogelijke politieke oplossingen te vinden.
Als we echter kijken naar het hedendaagse Sociaal Contract, dat veel complexer en compacter is dan het contract dat John Locke ons introduceerde, dan denk ik dat het relevant is om een dimensie aan te wijzen die de primaire sfeer van de uitvoerende macht vergeten is, en die Jürgen Habermas in Between Facts and Norms (1992) uitgebreid heeft uitgewerkt: de sfeer van burgerparticipatie.
Het is merkwaardig en tegenstrijdig dat in een samenleving waarin met overheidsgeld initiatieven voor burgerparticipatie worden gefinancierd, de belangrijkste politieke besluitvormers van het regime niet regelmatig proberen om naar de burgers te luisteren en hen te raadplegen.
Het verbreken van het Sociaal Contract zou een onderwerp zijn dat niet ter discussie stond, als het niet vatbaar was voor transformaties waaraan nauwelijks werd deelgenomen. Sterker nog, als tijdelijke besluitvormers zichzelf niet zouden beschouwen als een samenvloeiende kracht van onbekende wilskrachten, georganiseerd en gepresenteerd als de Algemene Wil.
Het is daarom essentieel om degenen die het goed bedoelen te ‘verenigen’, in een consensus die meer is dan alleen stilzwijgen, een consensus die transformatief en constructief is, met goed afgestemde en gestructureerde ideeën voor de toekomst in een richting die wordt geleid door de nastrevenswaard van het Sociaal Contract, de Staat, bij het nakomen van zijn verplichtingen.
Ik geloof, met grote stelligheid, dat er in een model waarin onvrede en geconstateerde tekortkomingen worden gebundeld, een mogelijkheid tot onderhandeling tussen verschillende maatschappelijke sectoren bestaat. Dat zou utopisch en onhoudbaar zijn.
Ik geloof met grote zekerheid dat er institutionele structuren zijn, van politieke partijen tot sociale agenten, die belangstelling hebben voor en een groeiende erkenning hebben van de wijdverbreide overweging van niet-naleving van het Sociaal Contract. Ik doe dan ook een beroep op hen om te proberen – structuur voor structuur – te luisteren naar de Algemene Wil, in zijn meest realistische manifestatie, in een volle zaal.
Nu we op dit punt zijn aangekomen, is het relevant om de komedie van een van de weinige oplossingen voor maatschappelijke pacificatie aan te halen, een oplossing die in tegenspraak is met het stereotype van de grote politieke beslisser. Het gaat om een dringende pelgrimstocht door het echte Portugal, waar de stemmen van het volk worden gewaardeerd, om het politieke systeem te waarderen en antwoorden te formuleren die van vitaal belang zijn voor het behoud van de maatschappelijke orde zoals wij die kennen.
observador