Over immigratie

Het debat over immigratie in Portugal is onbestaand. Het is gevangen in de emotionele en antirationele retoriek van extreemrechts, waardoor het sociaal en mediaal rumoerig, maar intellectueel leeg is. Wat als tegenwicht lijkt – vooral links of in bepaalde sectoren van het katholicisme – wordt gereduceerd tot vroom, zogenaamd humanistisch moralisme, zonder praktische kaders of echte oplossingen.
Volgens de Bank van Portugal zijn er ongeveer een half miljoen immigranten in loondienst, goed voor 13 procent van de beroepsbevolking. Zij zijn vooral actief in de bouw, horeca en landbouw. Hetzelfde geldt voor mensen zonder papieren. Deze banen vereisen lage kwalificaties, zijn onzeker, slecht betaald en fysiek zwaar.
In tegenstelling tot wat rechts beweert, komen immigranten niet naar Portugal op zoek naar subsidies. Ze komen om te werken. En ze verhuizen alleen naar plekken waar werk is. Dit is een historische constante. In de huidige context, gekenmerkt door de structurele achterstand van ons bedrijfsleven, zijn ze onmisbaar. Ondernemersverenigingen – bijna altijd rechts georiënteerd – protesteren tegen elke maatregel die de toestroom van buitenlandse arbeidskrachten beperkt. Ze hebben mensen nodig voor de bouw van de TGV en de nieuwe luchthaven, maar ook om avocado's te plukken en toeristen te bedienen in restaurants.
Het is veelzeggend dat iedereen – van extreemlinks tot extreemrechts – het erover eens is dat het land immigranten nodig heeft. Sommigen uit naam van solidariteit, anderen via repressieve retoriek. Maar iedereen wil ze hier hebben. Waar zelden over gesproken wordt, is waarom, met welk doel en met welke horizon.
Portugal blijft gevangen in een economisch model gebaseerd op handmatige, repetitieve en brute arbeid. In de kwekerijen in de Alentejo worden groenten met de hand geoogst. In de bouw klimmen mensen nog steeds met emmers op steigers. Voedselbezorging gebeurt op de fiets. Voor de meeste ondernemers is automatisering nog steeds sciencefiction. Het inhuren van immigranten en hen in semi-slavernij-omstandigheden houden is goedkoper, eenvoudiger en winstgevender. Het werkt misschien voor nu. Maar hoe lang nog? En wie bereidt zich eigenlijk voor – niet op de toekomst, maar op het heden?
De transformatie van werk met kunstmatige intelligentie (AI) is al gaande. Eerst vervingen machines fysieke inspanning. Vervolgens repliceerde automatisering routinetaken. Tegenwoordig worden met AI ook cognitieve functies geautomatiseerd: data-analyse, operationele beslissingen, klantenservice, diagnose en vertaling. Het waardecentrum verschuift van uitvoering naar ontwerp, toezicht en interpretatie. Repetitieve taken verliezen hun belang. Creativiteit, kritisch denken en het vermogen om mensen te verbinden met intelligente systemen winnen aan belang. Werkgelegenheid verdwijnt niet, maar de aard ervan verandert radicaal.
In de landbouw monitoren sensoren en drones gewassen, voorspellen algoritmen plagen en waterbehoeften, en oogsten machines fruit met precisie. In de bouw versnellen 3D-printing, exoskeletten, drones en algoritmische planning processen en verminderen ze de afhankelijkheid van handarbeid. Landen zoals China bouwen gebouwen in dagen, met minimale teams. In het toerisme beheert AI reserveringen, personaliseert ervaringen, vertaalt talen in realtime en vervangt standaard klantenservice door virtuele assistenten. Menselijk contact wordt de uitzondering, niet de norm.
Dit alles vereist investeringen, training en visie. Maar hier staan we op een model dat handen importeert in plaats van ideeën, goedkope arbeid in plaats van technologie.
Daarom moeten we op bedrijfsniveau afstappen van de fabrieksmentaliteit en een laboratoriummentaliteit aannemen. Een nieuw paradigma, waarin mensen en kunstmatige intelligentie samenwerken om te creëren, ontwerpen en ontwikkelen. Productie en repetitieve diensten worden door machines uitgevoerd.
In dit scenario krijgt de immigratievraag een andere vorm. Hoe lang blijven we afhankelijk van ongeschoolde immigranten? En hoe verwachten we geschoolde immigranten aan te trekken als we alleen maar precaire arbeidsomstandigheden en primitieve uitbuiting bieden? Noch de regering, noch de oppositie ziet een gestructureerde oplossing voor deze problemen. Hier blijft een gebrek aan ambitie bestaan. En dit zal niet worden opgelost met meer werknemers, maar met meer visie.
Om dit probleem – de structurele afhankelijkheid van ongeschoolde immigrantenarbeid in een context van technologische en economische achterstand – serieus en consequent aan te pakken, heeft Portugal een gecoördineerde strategie op meerdere fronten nodig.
Investeren in industriële modernisering is essentieel, zoals de onlangs overleden João Cravinho zo vaak benadrukte. Maar niet met fabrieken uit de 20e eeuw. De focus zou moeten liggen op kleinschalige productiecentra gebaseerd op robotica, kunstmatige intelligentie en 3D-printing, die snel kunnen inspelen op nichemarkten. De landbouw en de bouw kunnen direct profiteren van deze technologieën.
In plaats van lage lonen te subsidiëren of prikkels voor onzeker werk in stand te houden, zou de overheid belastingvoordelen moeten bieden aan bedrijven die geautomatiseerde oplossingen implementeren en investeren in de opleiding van hun werknemers. Het is essentieel om korte, toegankelijke en praktische technische opleidingsprogramma's te creëren die gericht zijn op zowel staatsburgers als immigranten. In plaats van te blijven hameren op een traag en ontoereikend universitair systeem, moeten we vaardigheidsscholen promoten die zich richten op AI, programmeren, robotica-onderhoud en procesmanagement. Wat er momenteel over kunstmatige intelligentie wordt geleerd, is in de meeste gevallen ronduit beroerd.
Portugal moet ophouden een land te zijn dat mensen alleen aantrekt via het klimaat en de kosten van levensonderhoud. Het moet effectieve programma's opzetten om internationaal talent in technische en wetenschappelijke sectoren aan te trekken. Dit vereist fatsoenlijke arbeidsomstandigheden, betere salarissen, snelle erkenningsprocedures voor kwalificaties en bovenal een verhaal over de toekomst, niet alleen over overleven.
Hogescholen en universiteiten moeten worden aangemoedigd om te functioneren als ware innovatielaboratoria, die aansluiten op lokale en regionale behoeften, in plaats van diplomafabrieken die losstaan van de economische realiteit. Partnerschappen met bedrijven, gemeenten en technologiecentra zijn cruciaal om echte problemen op te lossen door kennis toe te passen.
Portugal kan niet blijven concurreren van onderop. Het enige duurzame comparatieve voordeel ligt in toegevoegde waarde. Dit vereist een transformatie van het economische paradigma: minder massatoerisme en intensieve landbouw; meer technologie, meer cultuur, meer toegepaste wetenschap, meer creatieve productie.
Ten slotte is het belangrijk om improvisatie achterwege te laten en een helder integratiemodel te ontwikkelen: met doelen, rechten, plichten en doorgroeimogelijkheden. Immigratie moet niet worden gezien als wegwerparbeid, maar als een actief en creatief onderdeel van de samenleving.
observador