IAEA: Iran zou binnen "enkele maanden" uranium kunnen verrijken

Het hoofd van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA), Rafael Grossi, is van mening dat Iran de technische capaciteit heeft om binnen “enkele maanden” de verrijking van uranium te hervatten.

“Er was aanzienlijke schade, maar niet volledig (…) Ik zou zeggen dat ze binnen een paar maanden centrifuges in werking zouden kunnen hebben om verrijkt uranium te produceren”, zei Grossi vrijdag in een interview met de Amerikaanse zender CBS dat vandaag wordt uitgezonden.

Bijna een week na het Amerikaanse bombardement op de Iraanse kerncentrales in Fordo, Natanz en Isfahan zijn alle betrokken partijen – inclusief Teheran – het erover eens dat deze centrales aanzienlijke schade hebben geleden. Toch bestaan ​​er nog steeds twijfels over de daadwerkelijke effectiviteit van deze aanvallen.

De Amerikaanse president Donald Trump heeft gesuggereerd dat het Iraanse nucleaire programma met "enkele decennia" is vertraagd.

Een andere fundamentele vraag is wat er gaat gebeuren met de reserves van ruim 400 kilogram uranium dat tot 60% verrijkt is. Met deze reserves zouden in theorie meer dan negen atoombommen gemaakt kunnen worden als de hoeveelheid tot 90% zou worden verhoogd.

In een interview dat vandaag wordt uitgezonden op de Amerikaanse zender Fox News, in het programma "Sunday Morning Futures", verzekerde Donald Trump dat de Iraanse uraniumreserves niet waren verplaatst vóór de Amerikaanse aanvallen: "Het is heel moeilijk om te doen en we hebben niet gewaarschuwd [vóór het bombardement]", zei hij volgens fragmenten uit het interview.

"Ze hebben niets aangeraakt," verzekerde hij.

Sinds 10 juni hebben inspecteurs van het IAEA deze voorraden echter niet meer gezien. Vandaar de verzoeken van het VN-agentschap om toegang te krijgen tot Iraanse faciliteiten en voorraden.

Het Iraanse parlement stemde er echter voor om de samenwerking met het IAEA op te schorten en de Raad van Hoeders, die verantwoordelijk is voor het toetsen van wetgeving in Iran, keurde donderdag de wettekst goed. Naar verwachting wordt deze ter ratificatie naar het presidentschap gestuurd.

"Het is hun wet, hun parlement, maar er zijn juridische implicaties. Een internationaal verdrag moet natuurlijk voorrang hebben. Je kunt je niet beroepen op een nationale wet om de naleving van een internationaal verdrag te omzeilen," zei Grossi.

De Iraanse diplomatie bekritiseerde het VN-agentschap omdat het op 12 juni een resolutie aannam waarin Iran ervan werd beschuldigd zijn nucleaire verplichtingen niet na te komen.

Teheran beschouwt dit besluit als een ‘excuus’ voor Israël en de Verenigde Staten om zijn nucleaire installaties aan te vallen.

"Wie gelooft nu echt dat dit conflict is ontstaan ​​door een rapport van de IAEA? Er stond niets nieuws in dat rapport (...) Het is misschien makkelijk om een ​​internationale organisatie of een directeur-generaal de schuld te geven, ik weet het niet, maar het is niet redelijk", verdedigde Grossi zich.