Foto van de overleving van hersentumoren bij kinderen in Europa

De overlevingskansen van hersentumoren bij kinderen zijn afhankelijk van het type tumor. Het vergelijken van overlevingskansen tussen landen is lastig, omdat hersentumoren niet overal in Europa even vaak voorkomen. Een nieuwe studie onder leiding van het Prinses Máxima Centrum in Utrecht helpt hier verandering in te brengen. Voor het eerst biedt het onderzoek een duidelijk en klinisch relevant overzicht van de overlevingsresultaten van kinderen met hersentumoren.
Onderzoekers analyseerden gegevens van meer dan 30.000 kinderen bij wie tussen 1998 en 2013 een hersentumor werd vastgesteld. De gegevens waren afkomstig van 80 kankerregisters in 31 Europese landen. De studie is gepubliceerd in The Lancet Oncology .
De studie richt zich op de vier meest voorkomende soorten hersentumoren bij kinderen: laaggradige gliomen, hooggradige gliomen, ependymomen en medulloblastomen .
Het Nederlandse team analyseerde de overleving op korte en lange termijn, evenals het percentage kinderen dat als genezen werd beschouwd. Ze gebruikten een nieuw classificatiesysteem dat beter weerspiegelt hoe artsen hersentumoren in de praktijk diagnosticeren en behandelen.
"Voor deze studie hebben we de tumorcategorieën in kankerregisters opnieuw gestructureerd om ze aan te laten sluiten bij de huidige diagnose", legt Raoull Hoogendijk uit. "Dit betekent dat de cijfers nu veel beter aansluiten bij de klinische realiteit en dat artsen ze effectiever kunnen gebruiken om uitkomsten te vergelijken."
Het onderzoek toonde aan dat de overlevingsverschillen tussen landen kleiner zijn dan eerder werd gedacht. Dit suggereert dat kinderen in heel Europa over het algemeen toegang hebben tot vergelijkbare behandelingen. Tussen 1998 en 2013 waren de overlevingskansen van kinderen met hersentumoren in Nederland ongeveer gemiddeld vergeleken met andere Europese landen, wat geruststelling en richting biedt voor verdere verbetering.
"Deze studie laat zien waar we in Europa staan en waar ruimte is voor verbetering", zegt Henrike Karim-Kos , onderzoeksleider bij Máxima en het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) en studiecoördinator. "Voor beleidsmakers, zorgprofessionals en onderzoekers biedt deze samenvatting waardevolle informatie om de zorg en dataverzameling te verbeteren. Samen kunnen we werken aan betere resultaten voor kinderen met kanker."
Voor het eerst geeft de studie ook aan hoeveel kinderen als genezen kunnen worden beschouwd . Deze gegevens helpen artsen en onderzoekers bij het verfijnen van behandelingen, met als uiteindelijk doel alle kinderen met kanker te genezen en tegelijkertijd hun kwaliteit van leven te behouden.
Eelco Hoving, klinisch directeur Neuro-Oncologie en kinderneurochirurg, die ook aan het onderzoek meewerkte, voegt eraan toe: "Deze studie toont aan dat de overlevingskansen van kinderen met hersentumoren de afgelopen 15 jaar zijn verbeterd. De overlevingskansen van kinderen met hooggradige gliomen blijven echter veel te laag. Onze bevindingen benadrukken de dringende behoefte aan betere behandelingen voor deze kinderen, en voor alle kinderen met hersentumoren."
abc