Zuid-Frankrijk met de camper: Roadtrip door Zuid-Frankrijk

Foto: Daniel Geiger
Wil je een gevarieerde mix ervaren, ga dan eerst richting Grenoble en verken het Nationaal Park Écrins. Hier ligt de Barre des Écrins (4102 m), de zuidelijkste 4000 meter hoge bergtop van de Alpen. In plaats van naar de top te klimmen, kun je ook van het landschap genieten tijdens een wandeling die begint en eindigt in het dorp La Bérarde (4 uur, 15 km, 430 hoogtemeters). Mountainbikers mogen bijvoorbeeld de legendarische Col du Galibier (2642 m) niet missen – de klim is over asfalt, maar de lange, relatief gemakkelijke afdaling is een ware traktatie (4,5 uur, 31 km, 1150 hoogtemeters).
Grenoble (S en 1) – 245 km – La Palud-sur-Verdon (2) – 170 km – Cassis (bij Marseille; 3) – 280 km – Meyrueis (4)
De tocht gaat verder naar de adembenemende kloof van de smaragdgroene Verdon. Wandelaars kunnen de volle pracht van het landschap ervaren op het Sentier Martel-pad, dat de loop van de rivier volgt (15 km, 5 uur, 650 m dalen, 540 m stijgen). Vanaf de berghut Chalet de la Maline leidt het pad naar de bodem van de kloof en stroomopwaarts via paden en ladders; een tunnel vereist het gebruik van lampen. Vervolgens kunt u dicht bij het water komen in de bleke kalksteenfjorden bij Marseille, de Calanques. Een tocht vanuit de havenstad Cassis verbindt er drie: de Calanque de Port-Miou, de Calanque de Port-Pin en de Calanque d'en Vau – hier wacht, na de wandeling (13 km, 3,5 uur, 630 m hoogteverschil), een heerlijke zwemplek.
Even indrukwekkend aan het einde van de tocht zijn de karstplateaus van de Cevennen, waar de rivieren de Tarn en de Jonte diepe geulen hebben uitgesleten. Mountainbikers komen hier in een singletrailparadijs terecht, en een van de topbestemmingen voor wandelaars is de druipsteengrot Grotte de Dargilan vanuit Meyrueis (16 km, 4,5 uur, 380 m hoogteverschil).
outdoor-magazin