Is suiker verslavend?

Marc Tittgemeyer leidt de onderzoeksgroep bij het Max Planck Instituut voor Metabolismeonderzoek en is hoogleraar aan de medische faculteit van de Universiteit van Keulen. Door zijn onderzoek ontdekte hij hoe bepaalde voedingsmiddelen de hersenen veranderen en waarom honger een mentale kwestie is.
»De term verslaving wordt in de psychiatrie gebruikt als een duidelijke diagnose. Daarom is voorzichtigheid geboden bij het toepassen van de term op alledaags gedrag, zoals suikerconsumptie. Toch lijkt het erop dat suiker aan bepaalde criteria voor verslaving voldoet. Voorbeelden hiervan zijn een verschuiving van tolerantie en hunkering, oftewel intens verlangen. Dit verlangen lijkt veel op het gedrag dat we kennen van verslavingen aan middelen, zoals opiaten. In beide gevallen activeren heroïne en suiker vergelijkbare neurale netwerken in de hersenen, het zogenaamde opioïde systeem, dat betrokken is bij de verwerking van genot- en beloningssignalen.
Heroïne en suiker kunnen natuurlijk niet met elkaar worden vergeleken; De manifestatie is totaal anders, maar er is wel sprake van vergelijkbare dynamieken wat betreft verlangens en gedragspatronen. Heroïneverslaafden gebruiken de drug vaak niet alleen voor de volgende kick, maar ook om ontwenningsverschijnselen te voorkomen. Veel mensen kennen de sterke trek in zoetigheid. Wordt deze behoefte onderdrukt, dan ontstaan er onaangename gevoelens die lijken op ontwenningsverschijnselen. Hoewel het stoppen met suiker geen fysieke symptomen veroorzaakt zoals cafeïne, wat vaak hoofdpijn veroorzaakt, blijft de psychologische hunkering sterk.
Suiker activeert dezelfde beloningssystemen in de hersenen als andere verslavende middelen. Vooral combinaties van suiker en vet hebben een sterke invloed op het dopaminesysteem. Uit onderzoek blijkt dat het regelmatig eten van erg zoete of vette voedingsmiddelen de smaakvoorkeuren verandert. Wie gewend raakt aan minder zoetigheid, heeft er ook minder behoefte aan. Maar het tegenovergestelde is waar: hoe meer suiker je consumeert, hoe meer trek je krijgt.
Het is niet zo eenvoudig om daarvan af te komen, vooral niet als de suiker al blijvende schade aan het lichaam heeft toegebracht. Neurobiologisch gezien is aangetoond dat het hersenmetabolisme bij mensen met overgewicht vaak is verstoord. Dit betekent dat de onbewuste signalen die de eetlust regelen, anders functioneren dan bij mensen met een normaal gewicht. De impulscontrole neemt af en mensen met een hoger lichaamsgewicht vertonen vaker impulsief gedrag met betrekking tot eten. Hoe meer lichaamsvet, hoe sterker de signalen van trek of gebrek aan motivatie, wat vervolgens leidt tot meer eten. Snoepgoed en kant-en-klaarmaaltijden zijn bijzonder aantrekkelijk omdat ze zo makkelijk verkrijgbaar zijn.
Hoewel suiker in medische zin officieel niet erkend wordt als een stof met een verslavend potentieel, voldoet de consumptie ervan aan veel criteria voor verslavend gedrag. Vooral in combinatie met vet, bij genetische aanleg of bij een verstoorde stofwisseling ontstaat een cyclus van verlangen, consumeren en belonen die moeilijk te doorbreken is."
süeddeutsche